Om vijf uur in de ochtend gaat de wekker. Ik zie meer op tegen het vroege opstaan, dan tegen die veertig kilometer die ik vandaag ga wandelen. Toch sta ik even later naast mijn bed en na een stevig ontbijtje zit ik op de fiets richting station, voor de trein naar Oss en de start van de wandeling. Ik loop alleen dit keer en heb de afgelopen weken aardig wat kilometers gelopen en lig op schema voor de honderd kilometer in Berlijn.
Naarmate je vaker langere afstanden loopt wordt het gemakkelijker, mijn lijf is fitter en ik ben minder moe na een dertig of veertig kilometer. Ik wandel gelukkig nog steeds zonder pijntjes of blaren maar mijn voeding is nu iets waar ik op moet letten want ik verbruik veel koolhydraten en ben nog zoekende wat ik per uur in moet nemen. De banaan, krentenbol en de ontbijtkoek onderweg zijn in elk geval niet meer voldoende. Bij de eerste rust geniet ik van een kop koffie en eet al mijn brood op, later op de dag kom ik hier nog een keer langs en dan is de soep meer dan welkom.
Ik wandel sneller dan ik dacht en zit op een gemiddelde snelheid van 6 km/u en houd dit zonder problemen vol, echter ben ik ook sneller door mijn energievoorraad heen ondanks dat ik ook tijdens het wandelen kleine beetjes eet. De volgende stop, een pannenkoekenhuis, komt als geroepen en gulzig werk ik een overheerlijke pannenkoek met stroop en suiker naar binnen waarna ik weer vrolijk verder kan lopen tot de soep.
Ik ben ooit tijdens de tweedaagse van Amersfoort de man met de hamer tegenkomen, oftewel de hongerklop. Wie dit ooit heeft meegemaakt weet wat het is. De voorraad glucose en glycogeen in je spieren en lever is dan op en je lichaam wil niets meer. Je kan simpelweg de ene voet niet meer voor de andere zetten ook al is de finish in zicht. Probleem is dat je die man meestal niet aan ziet komen dus om dit te allen tijden te voorkomen moet je je bloedsuikerspiegel op peil houden door te drinken voordat je dorst krijgt en te eten voordat je honger hebt.
Rustpauzes zijn bij mij altijd relatief kort maar wel noodzakelijk en ik sla ze nooit over. Ik merk nu ik langer achter elkaar wandel dat deze momenten kleine oppeppers zijn waar mijn lichaam naar uitkijkt. Elke rust gun ik mezelf een beloning en het verdeelt de lange afstand in behapbare stukjes. Ik loop van de start naar de koffie naar de pannenkoek naar de warme chocolademelk met slagroom weer naar de koffie met koek en verder naar de soep tot aan de ultieme rust bij de finish wanneer mijn lichaam eindelijk in de relax modus mag gaan.
Een stop onderweg is meer dan even pas op de plaats maken, het is essentieel voor het volbrengen van een lange afstand. Je lichaam kan heel even opladen. Het is het moment om naar de wc te gaan, je water bij te vullen, te eten, te drinken en eventueel blessures te verzorgen, sokken of schoenen te wisselen, je op te warmen of op te drogen, alvorens met hernieuwde energie verder te gaan.
Terwijl ik stevig doorwandel ervaar ik de natuur om mij heen, hoor ik de vogels fluiten en zie het zonlicht prachtig opkomen door de wolken. Ik merk op dat het langzaamaan minder koud wordt buiten, na de koude start vanmorgen op de fiets. Ik hoor de stilte om mij heen en mijn voeten vervolgen ritmisch hun weg over bospaden, langs heidevelden, door zand, over asfalt, door blubber en regenplassen en ik volg de pijlen kilometer na kilometer na kilometer. Wandelen vertraagd en je hebt alle tijd om je gedachten de ruimte te geven maar waar denk je aan als je acht, vijftien of twintig uur moet wandelen?
Ik vind het altijd fijn om in een onbekende omgeving te lopen zodat de natuur en de bezienswaardigheden mij verleiden om uit mijn hoofd te gaan en ik alleen bezig ben met het volgen van de route en wat ik onderweg tegenkom. Maar als vermoeidheid, blaren en andere pijntjes opspelen heb je daar geen oog meer voor en komt het voornamelijk aan op wilskracht. Praten met andere wandelaars kan dan helpend zijn maar ook dat kost energie. Voor mij werkt muziek het beste als ik het zwaar krijg of bijvoorbeeld in het donker alleen loop. Ook heb ik luisterboeken gedownload op mijn telefoon en een aantal interessante podcasts die mij hopelijk tijdens de laatste dertig kilometer van de Mammutmarsch naar de finish begeleiden.
Lange afstandswandelingen hebben mij geleerd hoe belangrijk het is om tijdig rust te nemen, en dit geldt eigenlijk voor alles. We gaan meestal gewoon nog even door totdat ons lichaam niet meer wil en we net als tijdens het wandelen, de man met de hamer tegenkomen en we geen stap meer kunnen verzetten met tot gevolg burn-out, een blessure of ziekte. Rust is essentieel voor je lichaam en wordt helaas veel te vaak onderschat. Het is geen schande om je rust te pakken na een drukke periode op je werk, het even wat kalmer aan te doen na het verbreken van een relatie, jezelf de tijd te gunnen die je nodig hebt om te rouwen na een groot verlies, je lichaam de kans te geven om te herstellen na een ziekte, blessure of burn-out of om ook gewoon eens even helemaal niets te moeten. Leer op tijd te stoppen en geef je lichaam wat het nodig heeft, je moet nog een heel leven lang.
Tot snel.
Reactie plaatsen
Reacties